Als je hart stil staat...

7 april 2023

Het is het bankje dat links van het pad staat

Wachtend tot er iemand komt 

Of aan hem voorbijgaat 

Tegenover het water in het groen 

Waar ik vroeger als kind 

Geloofde dat het een meer was 

Maar later een stuk minder  

(sorry, dit laatste was een fout woordgrapje)

Vandaag was ik er weer… het bankje in het bos bij De Kikkerkoel. Nee, niet om er te wandelen, maar wel om de plek even aan te tikken tijdens mijn rondje hardlopen. Door dit natte weer, weer een behoorlijk meer. Een fijne plek om alleen te zijn. Als mijn hoofd overuren maakt of ik word overspoeld door gevoel, komt mijn hart daar letterlijk en figuurlijk even tot rust. 

Ik moest denken dat ik gisteren met iemand sprak over hardlopen in je eentje. Moet je iemand inlichten waar je gaat rennen? Is het wel slim om alleen op pad te gaan? Vorige week rende ik tijdens de regen op een achteraf-weggetje in de buurt. Een stel mannen waren aan het werk op het land. Ik rende voorbij en ze begonnen ineens erg hard te praten in een taal die niet de mijne was. Ik heb er maar van gemaakt dat ze me voor gek verklaarden dat ik met dit slechte weer ging rennen. De regen deerde me niet. Evenmin dat het me twee weken geleden belette om mee te doen met de Venloop. Die druilerige zondag vertrok ik, gewapend met een wegwerp-poncho, richting de start van de tien kilometer route. Hier was ik niet alleen. Ik was in gezelschap van honderden hardlopers en mensen langs de weg die je naroepen en aanmoedigen. Hier kan je niets gebeuren, zou je zeggen. Totdat op de helft van de route ik iemand hoor roepen: ‘Ambulance’! Een paar stappen later zie ik iemand op de grond liggen. Al veel omstanders waren gelukkig te hulp geschoten. De rest, waaronder ik ook, rende door. Alles om me heen, de mensen, het geluid leek voor even weg te vagen. Alles voelde plots gedempt. Het enige wat ik leek te horen, waren de hardloopschoenen dof neerkomend op het asfalt. Die vreemde stilte duurde niet lang, want na de bocht stonden er alweer een groep mensen langs de zijkant van de weg te juichen, te toeteren en te schreeuwen. Niets in de gaten van wat er zich zonet had afgespeeld. Alles gaat door, hoe pijnlijk ook. Op dat moment realiseerde ik me weer hoe flinterdun het is. De grens tussen leven en dood. Ik rende redelijk versuft door, hield mijn pas even in door wat ik net had gezien. Een zin flitste door mijn hoofd. ‘Als je hart stil staat, ben je dood.’ Ik voelde een warme druppel over mijn wang lopen. Het was deze keer niet de regen die viel.

Vandaag op het bankje bij de kikkerkoel, plakte ik er nog twee zinnen aan vast.

Leef liefde boven haat.

Geef zielsverlangen bloot.

Want als je hart stil staat, ben je dood